Ook al ben je zelf een lopend naslagwerk, de lezer wil niet om de alinea de dikke Van Dale erbij moeten pakken om het verhaal te kunnen volgen. Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.
Zij houdt heel erg van bellettrie.
Wattuh?
Schrijfkunst.
Zeg dat dan!
Je hoeft niet alles te versimpelen. Als jouw hoofdpersoon een welbespraakt persoon is die zich in erudiete kringen begeeft, heeft hij het waarschijnlijk over een dictionaire in plaats van over een woordenboek en zoekt hij zijn kamerjas als hij vraagt waar zijn deshabillé is. (meer…)
The flow. Die gelukzalige staat waar iedere zichzelf respecterende artiest regelmatig bivakkeert. Die speciale zone waarin alles vanzelf gaat en de ideeën als rijpe vruchten aan de boom hangen, klaar om geplukt te worden. Hoe kom je in dat luilekkerland voor creatievelingen? Door meditatie.
Doe mij maar liever gps-coördinaten of een routebeschrijvinkje.
Helaas kan je the flow niet intikken op je TomTom. Het is een bewustzijnstoestand waarbij je alle voor het huidige moment overbodige gedachten overboord gooit, om volledig op te gaan in waar je mee bezig bent. En die overbodige gedachten, dat zijn er nogal wat. (meer…)
Als je al schrijvend visioenen krijgt van een dikke PC-Hooftbak, een walk-in-closet die uitpuilt van de Pradaatjes en de Jimmy Choo’s, of je ziet jezelf al door een villa in ’t Gooi flaneren, dan moet ik je toch even ruw wakker schudden. Van schrijven word je niet rijk.
Hoezo niet? Een boek kost twee tientjes, ik verkoop er 10.000 van en hup, twee ton in the pocket!
Een boek schrijf je niet in een maand.
‘Ho, wacht eens, wie zei er ook al weer dat we allemaal mee moesten doen met NaNoWriMo, het ‘’schrijf-een-boek-in-een-maand-evenement’’?’
Ja, dat was ik. En ik blijf voorlopig nog wel even doorgaan met mijn verwoede pogingen om iedereen te helpen die de wens koestert een boek uit te geven. In mijn enthousiasme overdrijf ik soms een beetje, of spiegel ik de dingen iets mooier voor dan ze zijn. Dat heb je nu eenmaal met schrijvers, die dealen in fictie, een versie van de werkelijkheid die hun het beste uitkomt. (meer…)
Natuur, de best gelukte schepping aller tijden, is een voortdurende bron van inspiratie. De vanzelfsprekendheid van alles wat groeit en bloeit, het wisselen der seizoenen. Geen beter voorbeeld voor een schrijver om iets van blijvende schoonheid te willen maken dan een magnifiek landschap.
Vooruit. Als je je neus diep in het hart van een bloeiende roos stopt, je oren spitst om een koolmees te horen kwetteren en achteroverleunend in je hangstoel de schapenwolkjes telt, dan keur ik het goed. Het hoeft heus niet allemaal groots en meeslepend te zijn. (meer…)
Gebruik al je zintuigen bij het beschrijven van personen, objecten, locaties en gebeurtenissen. Verhaal niet alleen over geuren en kleuren, maar ook over smaken en kraken.
Als je hoofdpersoon pizza eet, moet de lezer spontaan Domino’s bellen, omdat het water hem in de mond loopt door jouw beschrijving van de druipende kaas, de nat glanzende pepperoniplakjes, het gekraak van de knisperige bodem, de walm van knoflook en Italiaanse kruiden… (meer…)
Het brein leert door herhaling. Daarom heet een overhoring op school een repetitie. Als je iets maar vaak genoeg voorbij ziet komen, blijft het vanzelf ergens tussen die honderd miljard cellen hangen. De gedachte vormt een patroon en als dat patroon maar vaak genoeg herhaald wordt ontstaat er een neuraal netwerk: een herinnering of een overtuiging.
Een stel onderzoekers legde ooit de boeken van de Grande Dame van de detectiveroman op de snijtafel. Ze ontdekten al gauw dat als Agatha een idee aan de lezer probeerde over te brengen, ze zich bediende van een snelle herhaling van sleutelwoorden en hun synoniemen binnen een kort tekstgedeelte. Neurolinguïstic programming avant la lettre, zou je kunnen zeggen. Door een woord minstens drie keer per alinea te herhalen, was het lezersbrein als was in haar handen. (meer…)
Van tweedimensionale personages wordt niemand blij. Ze komen niet uit de verf en de lezer kan zich er niet in verplaatsen, laat staan mee vereenzelvigen. Je personages moeten levensechte mensen zijn, die je zomaar tegen zou kunnen komen, of waarvan de lezer zich in ieder geval kan voorstellen dat ze ergens ter wereld bestaan.
Geen enkel persoon staat op zichzelf. Zelfs Remi, de hoofdpersoon uit het beroemde boek van Hector Malot, had naast pleegmoeder Barberin, zwerver Vitalis en een bonte stoet aan dieren, ook nog ergens familie wonen. Je komt altijd ergens vandaan, hebt familie, vrienden, collega’s, een liefdesrelatie, reisgenoten of medestudenten. Hoe je personage zich in die groepen beweegt, is veelzeggend. (meer…)
Zelfvertrouwen? Je hebt ‘m vast wel eens gehoord, dat irritante stemmetje, dat steeds nieuwe manieren verzint om je feestje te verknallen. Die vervelende plezierbederver, die als je net genoeg moed verzameld hebt om te vertellen dat je een boek gaat schrijven, een megafoon pakt en roeptoetert: ‘Daar zit toch niemand op te wachten!’
Als je je project wilt laten slagen, zit er maar een ding op: weg met die innerlijke criticus. Gewoon negeren, het zijn immers maar gedachten en ook nog eens de jouwe. Je hoeft jezelf niet af te kraken, dat doen anderen wel, en ook dat gaat voorbij.
Mindmappen is eigenlijk niets anders dan structuur aanbrengen in je ideeënstroom. Vrij associërend zet je alles op een rijtje. Het werkt bijvoorbeeld goed om de karaktereigenschappen en uiterlijke kenmerken van je personages uit te werken en hun onderlinge verbondenheid in kaart te brengen.
Als je verdwaald bent in een woud van ideeën, kan het raadzaam zijn al voor je aan het uitdiepen van de personages begint, een mindmap te maken. Waar gaat je boek over, wie doen er mee, waar speelt het zich af en wat gaat er mis? Het is reuze handig als je zelf al een idee hebt waar het verhaal naartoe gaat.
(meer…)