Schrijftip 16 Zintuigen, gebruik ze alle vijf
Gebruik al je zintuigen bij het beschrijven van personen, objecten, locaties en gebeurtenissen. Verhaal niet alleen over geuren en kleuren, maar ook over smaken en kraken.
Het gekraak van de knisperige bodem
Als je hoofdpersoon pizza eet, moet de lezer spontaan Domino’s bellen, omdat het water hem in de mond loopt door jouw beschrijving van de druipende kaas, de nat glanzende pepperoniplakjes, het gekraak van de knisperige bodem, de walm van knoflook en Italiaanse kruiden…
Tast toe
Vergeet ook de tastzin niet. Beschrijf de structuur van een object, hoe het voelt om het aan te raken. Is iets glad, zacht, warm, koud, ruw, egaal, stekelig, of flubberig?
En welke sensatie brengt een aanraking met een ander persoon teweeg? Kippenvel, lust, walging, een mix van die drie, of 50 tinten grijs daartussenin?
Ik wil het niet weten
Sommige dingen wil je gewoon niet weten. Zintuigelijk beschrijven is goed, maar gebruik geen overvloed aan details. Er moet wel iets te raden overblijven en als je alles voorkauwt is dat een belediging aan het adres van de lezer. Die kan zelf ook wel bedenken hoe de vork in de steel zit.
Show don’t tell noemen ze het principe van niet te veel uitleggen, maar daar kom ik in een volgende schrijftip nog op terug.
Het nut van schrijven met je zintuigen
Een geur, een smaak, een geluid, alles roept associaties op. Het herinnert ons aan een ander moment in ons leven waarin we gelukkig, boos, verdrietig of euforisch waren. Je kunt daardoor een sfeer opwekken die de beleving van de lezer vergroot. Hij is er als het ware meer bij betrokken dan wanneer je alleen de handelingen beschrijft of hoe alles eruitziet.
Spelen met zintuigen
Kan je wel wat oefening gebruiken en wil je meer over dit onderwerp lezen, ga dan naar het artikel Workshop schrijven met je zintuigen van SchrijvenOnline. Ik ken ook een schrijfcoach die er aardig wat van af weet…
Tot horens, tot ruikens, tot proevens, tot aanrakens en tot ziens bij de volgende schrijftip van De Letterbrug!