Schrijftip 17 Natuur als inspiratie voor je locatie
Natuur, de best gelukte schepping aller tijden, is een voortdurende bron van inspiratie. De vanzelfsprekendheid van alles wat groeit en bloeit, het wisselen der seizoenen. Geen beter voorbeeld voor een schrijver om iets van blijvende schoonheid te willen maken dan een magnifiek landschap.
Telt mijn stadstuintje ook als natuur?
Vooruit. Als je je neus diep in het hart van een bloeiende roos stopt, je oren spitst om een koolmees te horen kwetteren en achteroverleunend in je hangstoel de schapenwolkjes telt, dan keur ik het goed. Het hoeft heus niet allemaal groots en meeslepend te zijn.
Ontsnappen aan de waan
Het idee van eropuit trekken om inspiratie op te doen heeft alles te maken met verandering van omgeving en vooral, ontsnappen aan de waan van de dag. Thuis fluit de fluitketel, bromt het espressoapparaat, rinkelt de telefoon, rammelt de wasmachine, lonkt de tv, irriteert de rommel en verleidt het internet je. Daar heb je in het bos of op het strand geen last van.
Een boeiende locatie telt als extra personage
Nu je aan de ringtone- en emailterreur ontsnapt bent, kun je op je gemak door een groene oase kuieren, of met opgerolde broekspijpen door de branding dartelen. Kijk eens goed om je heen, is dit een plek die in je boek zou kunnen voorkomen? Wat zou je te weten komen als de bomen zouden babbelen of als de zee zou zwetsen?
Met een paar penseelstreken
Andersom kan ook. Voor mijn boek Alea had ik een duidelijk beeld van de locatie waar het verhaal zich afspeelde. Een eiland met steile klippen, uitgestrekte weilanden, grazende schapen en meer rust dan zelfs een opgejaagd mens lief is. Het schilderij was in mijn hoofd met een paar penseelstreken af.
Hoy
Zou zo’n eiland echt bestaan en waar zou het liggen? Ik zocht op Google naar ‘eilanden voor de Britse kust’ en vond de eilandengroep The Orkneys, waaruit ik het eilandje Hoy koos. In de zomer van 2008 reisde ik daarnaartoe af om te checken of het beeld dat ik had ook echt klopte en om inspiratie op te doen voor nieuwe verhaallijnen.
Een mini-Lonely Planetgids
Landschapsbeschrijvingen voegen iets toe aan je verhaal, ze zorgen voor couleur locale. Pas wel op voor al te breedvoerige uiteenzettingen over omgeving, dialect, zeden en gewoonten. Als ik persoonlijk ergens een hekel aan heb, is het aan schrijvers die midden in hun verhaal een mini-Lonely Planetgids verstoppen. Als ik een reisgids wilde, had ik die wel gekocht toch?
Nou, waar wacht je nog op? De paden op, de lanen in!