Schrijftip 30 Show don’t tell
De laatste #NaNoWriMo tip gaat over de moeder aller schrijftips, de meest gebezigde en minst begrepen van allemaal: show don’t tell.
Waar te beginnen?
Bij ‘show don’t tell’ draait het allemaal om de lezer. Je mag de lezer best bij de hand nemen, maar voorkauwen is niet nodig. Kortom, je moet de gebeurtenissen en de gevoelens van je personages zo beschrijven dat de lezer zelf de conclusie kan trekken.
De slimme lezer
Creëer daarom een soort ‘maak-het-verhaal-verder-zelf-maar-af-en-kleur-de-plaatjes-gevoel’. Als je alles uit gaat leggen (tell), is dat een belediging voor de intelligentie en het inlevingsvermogen van de lezer. Die heeft heus wel door wat er aan de hand is, mits de schrijver de moeite heeft genomen het beeldend te beschrijven. Je laat de lezer zien wat er gebeurt (show). Een paar subtiele hints zijn vaak al genoeg.
Bestsellerauteur Esther Verhoef gaf in een interview met boekschrijven.nl een voorbeeld:
Tell: Simon was een vulgair, grofgebekt type en mijn opmerking had hem duidelijk woedend gemaakt. Hij probeerde me te intimideren en zei met luide stem dat het hem niets kon schelen wat de lerares over hem had gezegd en dat ik hem met rust moest laten.
Show: Simons uitgespuwde kauwgum belandde voor mijn voeten op de grond. Hij stond op van zijn stoel en dwong me een stap naar achteren te zetten om plaats voor hem te maken. “Wat dat wijf zegt, zal me m’n reet roesten. Sodemieter op!”
The ‘show’ must go on!
Al met al is ‘show don’t tell’ toepassen best lastig. Vandaar dat oefenen een goed idee is. Om je op weg te helpen heb ik hieronder nog een voorbeeld geplaatst. Succes!
Show don’t tell bij het plaatje hierboven
Tell:
Bij thuiskomst trof ze in de keuken een complete chaos aan. Overal zat meel. Haar dochtertje Klaartje die pannenkoeken stond te bakken, voelde zich betrapt. Haar moeder had het haar immers nadrukkelijk verboden.
Aan tafel zat haar man Henk. Hij zag er hongerig uit en ze ergerde zich aan zijn passieve houding. Uit frustratie pakte ze een pannenkoek en gooide die naar hem toe. Henk bleef gewoon zitten en zag er buitengewoon sneu uit met die pannenkoek op zijn hoofd.
Show:
Het fornuis, de vloer, alles was onder een wit laagje poeder bedekt. Klaartje stond achter het fornuis met een zware, hete koekenpan te zwaaien. ‘Klaartje, wat heb ik nou gezegd?’ Klaartjes wangen gloeiden rood op, door de witte klodders beslag heen. Ze bleef stokstijf staan, haar beide knuistjes stevig om de steel van de pan geklemd.
Henk zat aan de tafel, een leeg bord voor zijn neus. Vanuit zijn mondhoeken zag ze een straaltje speeksel over zijn kin lopen. ‘Slappeling! Wat zit je daar nou te kwijlen?’ Ze pakte een pannenkoek van de stapel en slingerde hem de keuken in. En toen die keurig gedrapeerd op Henks hoofd belandde, zei hij enkel: ‘Mag ik de stroop?’